Vertaal
Vertalingen tener trato con ES>NL
tener trato con (ww.) iets aankunnen (ww.) ; managen (ww.) ; omgaan (ww.) ; optrekken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `tener trato con`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: enfocar y tratar
ES: llevarse con
ES: manejar
ES: poder con